Het aantal bedrijven dat dit jaar is getroffen door vogelgriep is opgelopen tot bijna dertig. Donderdag kwam er een bedrijf uit Barneveld bij. Dit jaar zijn er al meer dan 2 miljoen dieren op besmette of verdachte bedrijven gedood. De meeste liggen in waterrijke gebieden, zegt Bart-Jan Oplaat, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders. E daar zit precies het problem.
Oplaat pleit in het Jornal NOS Rádio 1 para het anders aanleggen van nieuwe natuur. “Links en rechts worden overal nieuwe gebieden aangewezen, rivieren verbreed, maar die worden allemaal zodanig ingericht dat het werkt als een magneet voor watervogels. meer ganzen in Nederland and kippen.”
Het is volgens hem mogelijk om nieuwe natte natuur zo in the richten dat die niet antrekkelijk is your ganzen. En het zijn conheceu trekvogels zoals ganzen die vogelgriep verspreiden. Oplaat spreekt van een gigantische toename van watervogels de afgelopen dertig jaar. Volgens Sovon Vogelonderzoek zijn het er inmiddels zo’n 7,5 miljoen.
Zijn oproep staat haaks op een voorstel van de Dierenbescherming. Di riep eerder dit jaar de overheid op om werk te maken van een structurelere aanpak van de vogelgriep. Nederland kampt momenteel met de grootste vogelgriepuitbraak sinds 2003. De organisatie stelde for om pluimveebedrijven juist uit waterrijke gebieden te were, omdat het risico op vogelgriep hier hoger is. Ele está disponível para Dierenbescherming werd ondertekend door onde anderen een groep wetenschappers van verschillende Nederlandse universiteiten.
Vacina Nog Geen
Een van de maatregelen waar zowel de Dierenbescherming als Oplaat voor is, is een vaccinatieprogramma. Volgens Oplaat moet er een nieuw vaccin komen waarmee de hele wereld pluimvee kan inenten. Er é wel een vaccin, maar dat voorkomt de overdracht van het virus tussen dieren niet. “Dus je beschermt het dier tegen ziek worden, maar ondertussen verspreidt het virus zich wel. Dat is het grootste problem, dan hou je het in de stal.”
“Een vaccin moet beide doen: beschermen tegen ziek worden en transmissie tegengaan, zodat het virus uitsterft. Zolang zo’n vaccin er niet is, kunnen we helemaal niks doen. Als de wetenschap bintdekt stal hoe hengaat jeen de jeen virus dichtmaken. De boeren doen er alles aan op basis van wat we nu weten.”
De voorbije jaren era de ophokplicht veel effectiever. “Toen kon je nog incidenteel ergens een uitbraak hebben, maar de ophokplicht foi eigenlijk altijd de oplossing. Agora nós dat het vírus ondanks de ophokplicht toch de stal binnenkomt, het gedraagt ookers jach zich net iets é variante .”
Erger em Andere Landen
Toch doet Nederland het veel beter andere landen. Vergeleken conheceu Frankrijk, Itália, Het Verenigd Koninkrijk na Holanda zijn hier weinig uitbraken. “Isso é onze bioveiligheid. De boeren zijn zich ontzettend bewust van het risico dat je het virus binnen kunt brengen en ook naar een ander zou kunnen brengen.
Dat está em andere landen wel anders. “Em Frankrijk zie je meer dan 1100 besmettingen, daar zie je dat het van bedrijf naar bedrijf wordt gebracht en dat komt hier absoluut niet voor. Wij doen het wat dat betreft hartstikke goed.”
Nederland heeft volgens Oplaat veel geleerd van de ergste uitbraak die hier is geweest, in 2003. Toen raakten 241 bedrijven besmet en werden er 1100 preventief geruimd.
De ophokplicht leidt ook tot een strop para bedrijven die niet zijn getroffen door de vogelgriep. Ook de eierindustrie heeft eronder te lijden. Na zestien weken mogen vrije-uitloopeieren niet meer als zodanig worden verkocht: ze moeten worden afgewaardeerd tot scharreleieren, die goedkoper zijn. Dat betekent inkomensverlies para boeren. Het kost een gemiddeld bedrijf volgens Oplaat 3000 euro por semana.
“Pakar media sosial. Ahli kopi pemenang penghargaan. Penjelajah umum. Pemecah masalah.”